Soms, als ik nog even wakker lig in de nacht,
Is het niet alleen de wekker die zonnig naar me lacht,
Het is niet dat ik de straatlantaarn bewust aan het lijntje hou,
Hij hangt aan een draadje over straat dus dat is echt iets wat hij zelf graag wou,
Overdag kijkt hij zo mijn slaapkamer in; geen privacy gegund,
Hij fluit nog net niet, al had dat er ook nog wel bij gekund,
Hij weet tenslotte waar ik woon en dan weet je hoe dat gaat.
Beschonken van de regen, zwalkend en zwaaiend over straat.
Blijkt mijn slaapkamerraam ineens quite de romanticus,
En bij storm en wind knipogen mijn gordijnen de hele nacht naar mij, dus.