Criminaliteit aan huis. Het heeft wel iets gezelligs.
Ik weet dat ik midden in het centrum woon. Camera’s op elke straathoek, politiebureau op steenworp afstand (niet mijn steenworp – die is heel matig dat weet ik), en heel af en toe ‘s nachts een vechtpartij voor het raam om bij in slaap te vallen. Makkelijks ook. Beetje thuisbezorgd punt.nl, en dan hoef ik niet eens te bellen. Het verlengde van detectives kijken op uitzendinggemist zeg maar.
In ieder geval.Ik ben niet heel alert altijd. Dat weet ik. Maar vandaag was ik super alert. Nooit beroerd om de ‘vigilante’ (dat woord ken ik van de films) uit te hangen. Bij het opendoen van de voordeur zag ik een roze, eenzame portemonnee in mijn rechter ooghoek. Netjes weggestopt tussen het elektriciteitskastje en de muur. Goede plek, maar wel behoorlijk openbaar. Dus het vermoeden rees dat die portemonnee daar niet door de rechtmatige eigenaar (dat woord ken ik van de studie) was neergelegd om zo weer op te halen. Als een kindje in een auto in de zon, zo snel.
Dus. Wat doen je dan? Eerst heb ik 30 minuten nagedacht over wat ik aan moest trekken. Ik heb geen latex of rubber pak in de kast hangen, laat staan een masker met strak logo of sound track dus dat leverde een probleem op. Waar ik uiteindelijk niets mee gedaan heb. Maar toch. Superhelden-pr is voor verbetering vatbaar. Weet ik. Gaat op het lijstje.
De portemonnee ontzet uit zijn benarde positie. Kwestie van oppakken en weer naar binnen gaan. Piece of cake. Kan ik. En toen begon het. Hoe begin je een inbreuk op privacy en hoe ver ga je in het grasduinen door het leven van een volslagen onbekende? Mensen weten hoe moeilijk ik kan doen over privacy, namen en foto’s delen. En hier lag het, staring me in the face. Massa pasjes. Geen geld. Een nummer, ik zocht een nummer. Rijbewijsnummer. Sofinummer. Banknummer, verzekeringsnummer, parkeernummer, klantnummers waaronder die van Christine le Duc (dat woord ken ik van eeehh, vrienden) maar een telefoonnummer, ho maar.
Kortom van kastje naar de muur terug van pasje naar de muur. Een naam. Een naam was snel gevonden. Meerdere namen zelfs. Kind, man; deze dame had ’t op orde. Tot ze d’r portemonnee liet jatten, that is. Wat doe je met een naam? Facebook. Meteen. Super handig. Hup bericht. Klaar. Alleen er is 1 probleem met Facebook. De ‘other’ berichtenfolder. Waarvan de helft niet weet dat ie bestaat en de andere helft ‘m eens in het jaar leest. Gewoon om te lachen. En daar gaat je bericht naartoe als je geen Facebookvrienden met iemand bent. Niet echt iets om op te vertrouwen om snel een oplossing te bieden voor iemand die net bestolen is. En ik had geen zin naar het politiebureau te moeten lopen… dus dan ga je door.
De bank gebeld. Die doen niets.
Ja, blokkeren maar verder allemaal moeilijk. Bureaucraten.
Klanten bestelen dat kunnen zij ook, dus what was I thinking dat dit ging werken? Het enige andere nummer was dat van een sportschool. Bingo. Nummer achter gelaten met verzoek die aan haar door te geven, en kwartier later hing ze aan de lijn. ‘Is dat sporten toch nog ergens goed voor’. Haar woorden :-).
Ze zeggen dat de eerste 24 uur van een ontvoering cruciaal zijn. Ik was zeker sneller dan een half uur. Alleen, ze was zondagnacht bestolen en vandaag was dinsdagavond. 48 uur voordeur in- en uit, zonder iets te zien. Bij mijn weten. Ook haar tas niet. Of telefoon, of sleutels. Ergens ook op straat? Geen idee. Op straat let ik eigenlijk nooit op.